Grond is de basis van de bodem en dat kan klei, zand of veen zijn. Er zijn ook allerlei mengvormen. Het is de bedoeling dat er in die grondsoort iets wordt verbouwd en dan noemen we het bodem. Een goede bodem krijgen en onderhouden is afhankelijk van de grondsoort waarin die bodem gevormd gaat worden. Hier wordt verteld over grondsoorten, verslemping en wat organische stof kan doen. Veengrond is hier buiten beschouwing gelaten, omdat veengrond niet past in het kader van verslemping.
Grondsoort
Bestanddeel |
Grootte
per deeltje in mm |
Grind |
20,2 – 2,0 |
Grof zand |
2,0 – 0,2 |
Fijn zand |
0,2 – 0,02 |
Silt |
0,02 – 0,002 |
Lutum |
Kleiner dan 0,002 |
Tabel 1: grootte deeltjes
verschillende bestanddelen grond. Bron: East African Agriculture 3e
editie D N Ngugi, P K Karau W Nguyo, MacMillan Education Ltd 1990 p. 23 |
Wat zegt een
benaming van een grondsoort? Wat is de betekenis van een naam?
In tabel
1 zien we iets over de (korrel)grote van de verschillende pure grondsoorten.
Van grind naar lutum worden de deeltjes steeds kleiner. Voor het hierna
volgende gedeelte is gebruik gemaakt van het boek East African Agriculture (3e
editie D N Ngugi, P K Karau W Nguyo, MacMillan Education Ltd 1990 p. 25)
Natuurlijk bestaat een bodem nooit voor 100% uit korrels van dezelfde grootte
want er zitten altijd bestanddelen van andere grootte in.
Grind
Grind bestaat uit kiezels die als riviergrind vaak afgesleten zijn, maar er is
ook hoekig brekergrind wat ook wel als gravel wordt aangeduid, te koop. Grind
wordt in de regel gebruikt op plaatsen waar we niet iets willen verbouwen,
namelijk op loop en rijpaden. Wanneer grind als pad wordt gebruikt zal tussen
het grind zand, silt en klei terechtkomen, maar ook zaadjes van allerlei
kruiden. Wanneer de omstandigheden gunstig zijn, zullen de zaadjes ontkiemen en
de zo gegroeide planten zullen meestal worden aangemerkt als onkruid.
Zand
Grof zand en zand is gevoelig voor erosie, laat het water snel door naar
beneden zakken en is niet het meest vruchtbaar. Zandgronden bevatten van
zichzelf in de regel 80-95% zand, 5-20% lutum en 0,1-1% organisch materiaal. Verbetering
van grof zand voor het telen van gewassen kan bereikt worden door het toevoegen
van nutriënten en organische stof.
Textuurdriehoek waarbij de stip aangeeft wat de textuur van de grond is. Bron: Persoonlijke communicatie met Eurofins agro.
Leem is een fijn
gestructureerde, redelijk goed doorlatende, vruchtbare grond. Leem bevat 20-30%
zand, 70-80% lutum en 0,1-4% organisch materiaal. Leem bevat voldoende water en
voedingsstoffen voor planten, b.v. nitraten. Het potentieel voor de productie
van gewassen kan in stand worden gehouden door drainage en de bovengrond los te
houden voor een goede beluchting. Lössgrond is een leemgrond https://www.goedbodembeheer.nl/akkerbouw-loess , die in samenwerking met de aanwezige kalk,
organische stof goed kan binden. Bij het verdwijnen van de kalk, vermindert de
structuur en zal en gemakkelijk erosie ontstaan.
Klei
Klei heeft een bijzonder
fijne textuur en houdt het water goed vast. Klei bestaat uit 20-50% zand,
20-60% lutum, 20-30% klei en 0,1-6% organisch materiaal. Klei is een stof die
van vorm verschild met zand en silt of leem. Zand en silt of leem bestaan uit
korrels en komen of door transport via water, of door verstuiving op hun plek.
Klei bestaat uit plaatjes en is in de regel aangevoerd via waterstromen vanaf
de rivieren. Lutumdeeltjes zijn zo klein dat de afzonderlijke deeltjes niet
meer met het blote oog zijn te zien https://www.nutrinorm.nl/nl-nl/bodem/aandachtspunten-op-bodems/indeling-van-de-grondsoorten .
Verslemping
Verslemping is het dichter op elkaar gepakt liggen
van gronddeeltjes onder invloed van water. Door de mechanische uitwerking van
de druppels die op de grond inslaan ontstaat dan een verdichte laag. https://edepot.wur.nl/259077
Wanneer er te veel water in de bouwvoor blijft staan, kan ook verslemping
plaatsvinden dan vloeit de grond door de geringe binding aan elkaar volledig in
elkaar. In beide gevallen vormt zich een waterdichte slemplaag, die bij
opdrogen ook geen zuurstof meer doorlaat. Vooral de kleine lutumdeeltjes https://www.eurofins-agro.com/nl-nl/lutum zijn voor het afdichten verantwoordelijk. Is het
lutumgehalte van een grond hoog, dan is het van belang om een hoog organische
stof gehalte te realiseren, om verslemping te voorkomen. Dan blijft de grond
luchtig http://bodemacademie.nl/bodemkwaliteit/bodemverstoring/verslemping/ en komt er
voldoende lucht in de grond voor de bacteriewerking ten behoeve van de plant.
Het voorkomen van braakliggen, met andere woorden
het toepassen van groenbemesters en mulchen helpen tegen het verslempen van de
grond.
Afbeelding
1: Bodemkaart van Nederland. Bron: https://www.wur.nl/nl/show/Grondsoortenkaart.htm
Reacties
Een reactie posten